Een beestenboel

Er is altijd wel wat waardoor het schrijven er bij inschiet, maar ik doe weer een dappere poging een verslag te schrijven over het leven hier.
Zondag was het bloedheet dus aangenaam om in de auto uitrijden te gaan met de ramen wijd open.
We bezochten de haven waar kinderen stoer voor het oog van de camera van de kant sprongen om te zwemmen en reden door verschillende kampongs, we zagen aan zee heel mooi gekleurde krabjes.
We bezochten nog een jonge man die geld nodig had om te kunnen afstuderen aan de universiteit hij wordt al jaren ondersteund door een stichting in Nederland, wij hebben contact met hen gehad en zij sturen gelukkig geld zodat hij zijn studie in juni kan afronden.
Eten koken een dagelijks terugkomend te warm karwij, eerst naar de pasar kijken wat er zoal aan groente te koop is en daarmee maar wat fantaseren, gisteravond was het gewoon Nasi goreng waarvoor je hier geen gefileerde kip kunt kopen en dat is best lastig voor verwende vrouwen uit Nederland.
Maar we hebben ook al heerlijke pindasoep gegeten daarvan heeft Betteke het recept uit Nederland mee genomen omdat het wel heel toepasselijk is om hier te eten.
Wij krijgen ons buikje wel vol alle dagen, dat is voor veel mensen hier helaas niet het geval.
We beleven ook niet steeds grootse dingen natuurlijk maar we werden wel weer een geconfronteerd met rare beesten.
Gisteravond vloog er een motvlinder naar binnen ter grote van een vleermuis, op het laatst hebben Betteke en ik hem door met kussens te gooien de deur uitgewerkt.( Jt was de vuilnis aan het wegbrengen)
Vanmorgen wilde Martha onze trouwe hulp in de huishouding een broek van Jantinus strijken toen zij daar een hele dikke grote kever van wel 8 cm, met grove poten in tegen kwam, toen ik hem met behulp van een schoen eraf sloeg maakte hij een sissend geluid brrrrr