Naar Bandung,

Vrijdag vertrokken wij naar Bandung een rit van 93 km, dat betekent hier op het overbevolkte Java een reis van 3 uur in de auto..
Onderweg kwamen we door de plaatsen Cianjur en Chimahi. Betteke herkende die namen als de plaatsen waar haar moeder met haar broer en zusjes in het kamp heeft gezeten, en dan zijn het opeens geen gewone plaatsen die je op reis passeert, maar komt de geschiedenis tot leven.
We stopten onderweg nog even om een pompelmoes te kopen, het lijkt een uitvergrote grapefruit erg lekker en niet bitter, het eet makkelijk en je hebt samen meer dan genoeg aan een vrucht.
In Bandung logeren wij in het zelfde hotel waar wij vier jaar terug met onze kinderen waren, en een goede herinnering aan hebben.
Gisteren zaterdag dus, zijn we in een paar grote Mall ( warenhuis ) geweest om te kijken en te winkelen. Je kunt daar zelfs auto’s kopen.
Wij beperkten ons tot kleine zaken als een rare muts en shawls, we aten een hapje op een verdieping die misschien wel 50 restaurantjes had, we dronken er de lekkerste cappuccino sinds we in dit land zijn.
Op de terugweg naar ons hotel zagen we hoe op een motor levende kippen vervoerd worden en constateerden dat ze hier geen plof kip maar stresskip eten.